Sumatra

Hoi!

Het is alweer een hele tijd geleden sinds onze laatste blog, maar we hebben de laatste weken eigenlijk nergens goed internet gehad. Het wordt dus een lang verhaal deze keer! Na Sri Lanka hebben we een paar dagen in Kuala Lumpur gezeten waar we lekker uitgerust zijn, gewinkeld hebben, bij de Grand Prix gekeken hebben (en getuigen waren van een crash) en twee keer naar de bioscoop in de Petronas towers zijn geweest!

Na deze dagen zijn we naar Medan op Sumatra gevlogen. Hier kwamen we 's avonds laat aan en we waren zo dom geweest om van te voren geen hostel te boeken. We hebben dus een hele tijd in het donker door de stad moeten lopen op zoek naar een slaapplaats, dit was niet echt een fijne aankomst natuurlijk. Uiteindelijk vonden we een heel krakkemikkig hotel waar we de volgende ochtend maar heel snel weer weg zijn gegaan. We hadden al gelezen dat Medan zelf geen boeiende stad is en zijn dus meteen de dag erna richting het Toba meer gegaan. Vanuit Medan moesten we met de trein naar Siantar, waar vandaan we met een oud busje met keiharde muziek naar het busstation gebracht werden. Hier moesten we overstappen op een busje naar Parapat, een plaatsje aan het Toba meer. Het viel meteen op dat de mensen hier nog veel minder toeristen gewend zijn dan op de andere bestemmingen waar we geweest zijn, iedereen bleef maar Sir! en Miss! naar ons roepen. We kwamen pas om 8 uur 's avonds bij het meer aan waardoor we niet meer met de ferry naar Samosir konden, het eiland dat in het Toba meer ligt. We hebben dus een nachtje geslapen vlak bij de ferry en hebben daar nog heerlijke nasi goreng gegeten.

De volgende ochtend zijn we met de eerste ferry naar Samosir gevaren. Hier sliepen we in een super mooi traditioneel batak huis met balkon direct aan het meer. We hebben heerlijk gezwommen en een wandeling gemaakt rondom het schiereiland Tuk-Tuk (dus een schiereiland van een eiland in een meer). Overal zagen we traditionele huizen, rijstvelden, spelende kinderen, heel veel kippen en puppies en hadden we geweldige uitzichten over het meer. Het hele dorp staat vol met mooie bungalows, hotels en restaurantjes maar er zijn nauwelijks toeristen, best wel bijzonder. Die avond hebben we ons eerste Indonesische biertje gedronken en heerlijke gado-gado gegeten! Toen we naar huis liepen kregen we een stortbui over ons heen en waren we compleet doorweekt. Sumatra is natuurlijk niet voor niets het natste eiland ter wereld. De dag erna hebben we een scooter gehuurd om het eiland te verkennen. Het was een beetje miezerig weer, maar de omgeving werd er zeker niet minder mooi door! We reden een hele mooie weg langs het meer en zagen veel akkers, buffels en dorpjes. Uiteindelijk kwamen we uit bij een hotspring waar we met uitzicht over het meer in een rotte ei geur konden zitten, wel heel leuk!

De volgende dag zijn we weer met de boot teruggegaan naar het vasteland. Dit was wel leuk want als je naar de boot zwaaide kwam hij naar je huis toegevaren! Hierna zijn we samen met een Maleisisch stel naar Berastagi gereden, een hooggelegen stadje vlakbij de Sibayak en de Sinabung vulkaan (de Sinabung is de vulkaan die steeds op het nieuws is). Hier vonden we een leuk hostel middenin het centrum en hebben we een rondje door de stad gelopen. Dit was wel een mooie wandeling door een groot tuinbouwgebied met allemaal wortelschraperijen, marktjes en paard en wagens. Het was wel best koud en regenachtig. Toen we de volgende ochtend om 7 uur vertrokken om de Sibayak vulkaan te beklimmen hadden we gelukkig stralend weer! We liepen een uurtje over een jungleweggetje, waar we meerdere apen zagen, voor we bij de echte klim aankwamen. Hierna moesten we nog een uur klimmen over een heel avontuurlijk overgroeid pad. Vanaf het pad konden we de Sinabung vulkaan met rookpluim heel goed zien! We konden door de krater lopen waar op verschillende plekken stoom uit kwam en zijn daarna weer terug gelopen via een andere route. We kwamen uit bij een dorpje waar vandaan we met een busje dat half uit elkaar viel terug zouden rijden naar Berastagi. De chauffeur had ons alleen niet verteld dat hij eerst nog twee uur lang door de akkers heen zou rijden om zakken groente op te halen. Compleet overladen kwamen we dus uren later aan, maar het was wel super leuk om mee te maken!

De volgende dag gingen we verder richting het noorden naar Ketambe, waar we een jungletrekking zouden gaan doen. De omgeving was supermooi, maar de weg was zo slecht dat er hele stukken uit misten en we zaten op een gegeven moment met 19 mensen in een 11 persoons busje. Na zo'n 4 uur kwamen we aan in Kutacane waarvandaan we met een open taxi busje verder naar Ketambe reden. We reden langs een hele grote rivier door de rijstvelden en met de jungle op de achtergrond, echt heel mooi! Eind van de middag kwamen we aan bij een van de mooiste guesthouses van onze reis. We kregen een heel luxe huisje in een grote tropische tuin en hebben gezellig gepraat met de eigenaren. Die avond besloten we om de volgende dag aan een driedaagse jungletrekking te beginnen en een ander stel uit Zwitserland sloot zich bij ons aan. Die ochtend vertrokken we om 9 uur en liepen we eerst een stuk over de weg voor de bosjes in gingen. We zaten meteen middenin de jungle, zonder paden, en hoorden meteen heel veel lawaai van alle apen en insecten. Al snel waren we allemaal helemaal bezweet omdat we steeds omhoog en naar beneden moesten klimmen en het heel erg heet en vochtig was. We moesten ook steeds de bloedzuigers van ons afslaan (Niek had uiteindelijk twee bloedende enkels). Rond de middag kwamen we aan bij ons eerste kamp aan de rivier waar we lunchten met koffie, noedels en versgebakken kroepoek. Na de lunch liepen we nog een stuk en gingen we fanatiek op zoek naar Orang Oetans waar het national park bekend om staat. Na heel veel andere apen vonden we ze dan eindelijk, dat was echt heel mooi om te zien! Terug bij het kamp maakten we nog een schommel van lianen en zwommen we in de rivier. Die nacht sliepen we in een doorzichtige tent op de grond. Heel oncomfortabel, maar wel heel cool om wakker te worden en de aapjes door het dak heen in de bomen te zien.

We ontbeten met een soort junglepannekoeken en gingen op weg naar ons volgende kamp. We moesten de rivier over steken en daarna nog twee uur lopen tot het kamp dat vlak bij een grote hotspring was. Hier stroomde warm, ijskoud en kokend water door elkaar heen en kon je heerlijk zitten en zwemmen. 's Avonds hebben we nog gezellig kaartspelletjes gespeeld en de volgende ochtend, na nog een paar uurtjes bij de hotspring, begonnen we aan de terugweg. Na een paar uur door de jungle gelopen te hebben kwamen we aan bij een enorm gras/rietveld waar we doorheen moesten waadden om weer bij het dorp uit te komen. Dit gaf een echt expeditiegevoel! Onderweg dronken we nog uit kokosnoten die onze gids voor ons uit de boom had gehakt en heel moe en voldaan kwamen we aan het eind van de middag weer aan bij het guesthouse aan. We moesten de trekking nog betalen en omdat de dichtstbijzijnde pinautomaat in een dorp op 35 kilometer afstand lag en er geen openbaar vervoer meer reed, mochten we de scooter van onze gids lenen. Zo hadden we spontaan nog een super mooie scootertocht!

De volgende ochtend vertrokken we samen met het Zwitserse stel richting het Noorden. We zaten in een busje samen met een kip en later kwamen we erachter dat de kip de hele reis in een kartonnen doos zat die langzaam geplet werd door onze tassen, heel zielig! Na een paar uur moesten we overstappen op een ander busje, die we de rest van de reis voor ons vieren hadden, heel fijn! De rit duurde heel lang door de slechte weg en het landschap was heel bijzonder, tropische stukken werden afgewisseld door bergen en naaldbossen. Rond zonsondergang kwamen we aan bij Takengon dat aan een groot meer ligt, dat zag er echt magisch uit! We pikten nog een Amerikaanse jongen op en met z'n vijven gingen we wat eten en naar hetzelfde hostel. Na de lange reisdag besloten we de volgende dag in Takengon te blijven. Samen met het Zwitserse stel maakten we een mooie wandeling langs het meer, waar allemaal drijvende huisjes en koeien waren. Net toen we bij een steigertje het water in waren gegaan om te zwemmen kwam er een schreeuwende man in een boot naar ons toe. Volgens hem waren we bij een moskee aan het zwemmen en moesten we meteen weg gaan. Wij zagen nergens een moskee maar goed, we hebben toch maar braaf geluisterd. Het viel wel erg op dat we in Aceh aangekomen waren, de strengst gelovige provincie van Sumatra. 's Avonds weer gezellig samen gegeten en gekaart.

De dag erna zouden we om 10 uur opgehaald worden om de reis naar Banda Aceh te vervolgen. In Azië waren we het wel gewend dat de mensen hier meestal uren later komen, maar in dit geval stond de chauffeur om half 9 voor de deur toen we nog lagen te slapen. Binnen een paar minuten dus de tas in moeten pakken en zonder ontbijt de bus in, niet echt fijn. Na een half uur rijden bedacht de chauffeur dat hij weer helemaal terug moest om een pakketje op te halen en zo vertrokken we uiteindelijk toch nog om tien uur. Gelukkig wennen dit soort dingen op den duur wel. Na weer een hele langs reisdag kwamen we aan in Banda Aceh waar we met z'n vieren pizza hebben gegeten (!). De volgende dag zijn we met de tuktuk naar de haven gereden en gingen we met de ferry naar het eiland Pulau Weh. We gingen naar het plaatsje Iboih waar allemaal bungalows aan het water liggen en veel mensen komen voor het duiken en het snorkelen. Hier vonden we een supermooi huisje met veranda en hangmat meteen boven het water, we konden de vissen zien zwemmen en zo vanuit ons huisje het water in lopen! Hier zijn we de laatste dagen van onze reis gebleven.

Elke ochtend namen we een duik in het super heldere water en daarna ontbeten we bij een schattige oma waar we altijd koffie, nasi goreng en een grote fruitsalade kregen. We hebben een dag een scooter gehuurd en zijn daarmee naar een super mooie waterval gereden die midden in de jungle lag. Hier zwommen we onder de waterval en reden daarna verder naar het mooiste strand van het eiland, Sumur Tiga. Na een mooie tocht sloten we de dag af op het aller noordelijkste puntje van Indonesië waar we een mooi uitzicht hadden over de oceaan. De dag erna hebben we twee keer gedoken, de onderwaterwereld is hier echt heel erg mooi! We zagen super veel mooie gekleurde vissen en grote tonijnen, zwommen door scholen visjes heen en zagen een octopus en een hele vette onderwater grot met allemaal bijzondere zeevarens en ander koraal. De rest van de tijd op het eiland hebben we vooral veel gezwommen, gesnorkeld, in de hangmat gelegen, lekker gegeten en heel erg genoten van onze laatste dagen samen.

Donderdag moesten we terug naar het vasteland voor onze vlucht van Banda Aceh naar Kuala Lumpur. Hier hebben we na een dag op het vliegveld afscheid moeten nemen. Dit was heel erg moeilijk, maar we kunnen terugkijken op een onvergetelijke reis! Inmiddels is Anke weer thuis en Niek aangekomen in Taiwan en moeten we weer aan de studie.. In de volgende blog horen jullie meer over Nieks belevenissen in Taiwan!

Liefs Niek en Anke